woensdag 4 december 2013

Het Pinokkiosyndroom.


Als sprookjesfiguur hoor je er niet helemaal bij als er geen ziekte naar je vernoemd is.
Vijf literair verantwoorde syndromen op een rij.

Het Pinokkiosyndroom.

Met een groeiende neus heeft het niets te maken en met leugens ook niet.
De naam 'Pinokkiosyndroom' verwijst naar de houterige manier waarop mensen bewegen die lijden aan gelotofobie.



Neem de 30-jarige vrouw die de Duitse psycholoog en humoronderzoeker Michael Titze in een van zijn publicaties beschrijft.
Ze had onder meer last van spanningshoofdpijn, slaapstoornissen, maagkrampen en duizeligheid.
De klachten ontstonden door haar angst om uitgelachen te worden, want dat is waar gelotofoben last van hebben.
Na een jaar therapie wist Titze haar eindelijk te ontfutselen waar die angst vandaan kwam.
Ze was op school lang gepest omdat haar moeder met veel knoflook kookte, wat haar waarschijnlijk een onaangename geur gaf.
Door de eindeloze pesterijen was haar gedrag veranderd: ze werd passiever, vermeed oogcontact en bleef zo veel mogelijk binnen.



En tegelijk voelde ze zich vaak zo ongemakkelijk dat haar bewegingen houterig werden als de beweging van een marionet.
Om van hun angst af te komen, moeten zulke Pinokkio's in therapie, stelt Titze, bijvoorbeeld om schaamte-oefeningen te doen.
Daarbij moeten patiënten zichzelf in gênante situaties manoeuvreren.
Gebruik eens een paraplu op een zonnige dag, suggereert Titze.
Vraag een schoenmaker om een horloge, of ga met de bus en roep hardop alle haltes na.

meer op http://5-five-5.blogspot.nl/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten