dinsdag 23 februari 2016

Onschuldige kinderliedjes? Ik stond laatst voor een poppenkraam.


Ik stond laatst voor een poppenkraam
Daar zag ik zoveel poppen staan,
Ik vroeg: wat doen die poppen hier?
Die poppen drinken poppenbier,
Die poppen drinken poppenwijn,
Wat zullen die poppen vrolijk zijn.



Kinderen spelen al generaties lang klapspelletjes, terwijl ze zingen over tot leven gekomen poppen.
Maar gaat dit liedje wel over poppen?
Vroeger trokken veel Duitse arbeiders tijdens het oogstseizoen naar Noord-Nederland.
De Groningers gaven hen de dubieuze bijnaam 'poepen', afgeleid van het Duitse woord Buben.
Boeren of bemiddelaars wierven die hulpkrachten vaak op jaarmarkten, in een gedeelte dat in de volksmond de 'poepenhoek' of 'poepenmarkt' heette.
Daar kregen de 'poepen' soms een salarisvoorschot.
Zijn die vrolijke 'poppen' dan in feite drankzuchtige Duitsers die hun loon er ter plekke doorheen jaagden?



De liederenbank van het Meertens Instituut bevat inderdaad een lied van halverwege de 19e eeuw genaamd Ik kwam eens langs een poepenkraam.
Het eerste couplet is ongeveer zoals wij het kennen, maar daarna gaat het verder met: 'En ied're poep die kocht een kiel; .
Die kiel, een soort overall van boeren, wijst op een agrarische achtergrond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten